Kappen

Als je aan een Duitser vraagt: “Spring eens in de lucht?” Zal hij vragen: “Hoe hoog?” Vraag je datzelfde aan een Nederlander, zal hij zeggen: “Waarom?” Dit hoorde ik een of andere Duitse geleerde vertellen en dit klopt als een bus.

Ik vind dat wel mooi. Wij Nederlanders laten ons niet zomaar voor iemands karretje spannen. Altijd kritisch, echt altijd. Alleen niet op onszelf, want wij geven voortdurend de schuld aan iemand anders. Het ligt zeker nooit aan ons. Dus geven de ouderen de schuld aan de jongeren en andersom. Zijn het de bruiloften van de buitenlanders en niet die van ons. Of het ligt aan tante Annie die de polonaise heeft gelopen.

Laat ik om te beginnen dan eens mijn hand in mijn eigen welgevormde boezem steken. Ik hield afstand, maar zeker niet altijd. Simpelweg omdat ik het gewoon vergat of omdat ik heel bewust enorm met iemand wilde kroelen die ik lang niet had gezien. Zodra het weer mocht zat ik als eerste op een terras, met anderen die echt niet uit mijn huisgezin kwamen. (Of ze zijn stiekem bij mij ingetrokken toen ik niet oplette.) En ik ging gewoon op vakantie. Ja dat mocht en het was heel fijn. Maar wees eerlijk: ergens zei een stemmetje in ons hoofd dat het misschien toch niet zo’n heel goed idee was om met z’n allen massaal te gaan reizen?

En nu zitten we allemaal met de welbekende gebakken peren en doen we datgene, waar wij als volk echt het allerbeste in zijn: zeuren! Over werkelijk alles. Nou is er niets mis met een beetje oud Hollands gezeik, maar er zijn grenzen.

Als we nou allemaal eens bij ons zelf nagaan dat, hoe erg we ons best ook hebben gedaan, we allemaal stuk voor stuk wel een paar steken hebben laten vallen. We zijn nou eenmaal kritisch en altijd een beetje burgerlijk ongehoorzaam en dat is best heel charmant. Maar dat is nu gewoon even klaar. En nu we het toch over charme hebben, zet gewoon dat fokking mondkapje op in de winkel. Ik begrijp het probleem niet. Bij mij staat het echt heel goed. Daar kan ik verder ook niets aan doen. Sorry.

Plaats een reactie