
Ik prijs mij zeer gelukkig. Ik ben geen zorgmedewerker, geen horecaondernemer of pakketbezorger. Ben nog niet besmet, heb geen onderliggend lijden en ben niet een man met morbide obesitas. Ook ben ik niet onder de dertig en al zoveel op stap geweest dat ik daar nog wel even op kan teren. Gelukkig ben ik geen supermarktmedewerker, die de hele dag buiten moet staan om karretjes te reinigen en tegelijkertijd ervoor moet zorgen dat Boomers zich aan de regels houden.
Ik behoor tot de groep mensen, die al sinds maart in pyjama naar het werk gaan en vaker een mondkapje draagt dan een BH. Die de zin: “je microfoon staat niet aan!” net zo vaak heeft uitgesproken als naar haar hoofd is geslingerd. Die sinds maart al niet meer in de file heeft gestaan of zichzelf in een overvolle, vertraagde trein heeft gepropt en bijna is vergeten hoe het voelt om een metro te moeten missen omdat niemand er meer bij past.
En heel eerlijk: het bevalt me allemaal wel. Met kerst maar 3 mensen? Heerlijk toch! Dan is het maar meteen voor iedereen duidelijk wie je drie lievelingsmensen zijn. Dat er pas op acht januari begonnen wordt met vaccineren, duurt voor heel veel mensen te lang. Maar voor onze groep is dat een cadeautje. Dat betekent: dit jaar geen ongemakkelijke nieuwjaarswensen meer. Geen drie zoenen van die collega die zoveel aftershave op heeft dat je daar de hele dag naar blijft ruiken. En zelfs al zou je iemand onverhoopt tegen het lijf lopen: helaas, een elleboog is alles wat ik te bieden heb.
Daarom ga ik eigenlijk al sinds maart als een zeer gelukkig mens door het leven, ware het niet, dat het natuurlijk heel lullig (en dat is nog mild uitgedrukt) is voor de rest. Zo lullig dat je het niet kunt maken om breed glimlachend rond te lopen. Dus heb ik mij geoefend in het stemmig kijken. Stemmig kijken en bij tijd en wijle een beetje mee klagen voor de vorm.
Hoe dan ook, genoeg is wel een keer genoeg. Dus als het dan eindelijk zo ver is: spuit mij dan maar vol!