
“Het is eigenlijk heel saai.” zegt de verkering.
“Waarom kijken we dan?” vraag ik in mijn naïviteit.
“Als er straks een doelpunt valt, is het ineens heel anders.”
Dat was een domme vraag dus. Ik ben dan ook zeer onwetend in dezen. Ik vat het niet, dat voetbal. Op het moment dat er weer een of ander kampioenschap is, voelt dat enorm eenzaam kan ik u melden. Het lijkt wel of iedereen het volgt, of in ieder geval er iets van vindt. Ik vind er helemaal niks van. Alhoewel, ik vind het vooral vrij irritant, sfeerbepalend en een hoop gezeik.
En als ik dan weer eens een poging doe enige belangstelling te faken, valt deze inspanning al snel onder de categorie domme vragen.
“Hoeveel staat het?”
“Dat staat linksboven schat.”
“Ja, maar wie is dan JPN?”
“Japan.”
“Doen die ook mee joh?”
“…..”
“Wat als het nul- nul blijft?”
“Dan is er verlenging.”
“Dus dan duurt het nog langer?”
“Ja, want er kunnen ook nog penalty’s komen.”
“Maar als het is afgelopen, hoeven we dan geen voetbal meer te kijken”.
“Nou nee, want hierna komt nog een wedstrijd en dat is ook een hele belangrijke.”
“……”
Laatst ontmoetten de premiers van Finland en Nieuw Zeeland elkaar. Meneer de journalist vroeg of ze elkaar ontmoetten omdat ze vrouwen van dezelfde leeftijd zijn en daarom vast veel te bespreken hadden enzo. Zijn enzo (and stuff) klonk alsof hij doelde op een gesprek over luiers en de bonte was. Nieuw Zeeland vroeg hem of hij die vraag ook aan Obama had gesteld en Finland zei dat ze een gesprek hadden omdat ze beiden premier zijn. Dat was nou nog eens een echte domme vraag. Daarbij vergeleken zijn er nog vele vragen die wij vrouwen mogen stellen.
Nu ik erover nadenk, ik ga bij de volgende wedstrijd maar weer eens vragen wat buitenspel ook alweer is.