
De Situatie is als volgt: ik doe een studie. Het waarom ben ik in deze fase van het proces even kwijt, maar daar gaat het niet om.
Mijn Taak is dat ik dit tot een goed einde ga brengen, want dat was ergens in den beginne de afspraak met mezelf. Mijn overige taken zijn op dit moment niet bestaand. Zoals daar onder andere zijn: de huishoudelijke taken. Het stof loopt letterlijk tegen de plinten op en het is zo’n chaos in mijn kasten, dat als ik iets nodig heb het er vanzelf uitvalt. Op zich best handig, dus ik overweeg om het maar zo te laten. Het 10.000 stappen per dag concept, ooit door mij omarmd als de oplossing voor alle problemen, bestaat niet meer. En het ergste van alles: ik zie geen mens meer. Ja, die naaste types, zeg maar dezelfde die tijdens de lockdown nog wel naar binnen mochten. En dat is het. Kortom: ik stomp af, groei dicht en heb een stofallergie ontwikkeld.
In Actie ben ik wel. Ik onderzoek dingen en schrijf een operationeel plan. Dus lees ik boeken op zoek naar bronnen, speur in strategische plannen en val collega’s lastig met mijn semi gestructureerde interview (bron Baarda). Ik gebruik modellen en methodes, waar ik eerst nog nooit van had gehoord. Alles zolang het maar specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden is.
Het Resultaat is vooralsnog, dat ik het ene moment denk dat ik heel goed bezig ben en mezelf zo’n beetje de slimste persoon op aarde vind. Heel smart dus. En tien minuten later bedenk ik dat hetgeen ik net op papier heb gezet vast niet voldoende is en eigenlijk helemaal nergens op slaat.
En ik Reflecteer me ondertussen ook nog eens helemaal de moeder. Dat hoort er namelijk bij. Moet zeggen op zich best leerzaam. Zo weet ik ondertussen dat de doorzetter in mij wel bestaat en dat ik echt goed kan lullen, ook in serieuze situaties.
Ik moet nog ruim twee maanden. Mocht u mij daarna weer tegenkomen, zal ik mij even voorstellen.
“Ik ben de nieuwe star(r), aangenaam”.