Flauw

De afgelopen week deden de eerstgeborene, de leukste en ik een Ardennenoffensief. Dat deden we helemaal zelf. We hadden zelf iets geboekt, reden er zelf heen (met hulp van Tante Google uiteraard) en hebben ons daar geheel zelfstandig enorm vermaakt. We hadden zelfs een draagbare barbecue bij ons, die we helemaal zelf in elkaar hebben gezet. Weliswaar waren er enkele onderdelen over, maar hij werkte verder prima.

We zijn al jaren een onafhankelijke drie-eenheid en dat is meestal geheel tot wederzijds genoegen. Er ontstaan weleens discussies, vooral waar het ons richtingsgevoel betreft. Zo kunnen mensen in Praag of Krakau ons vast nog herinneren als die drie vrouwen die stonden te schreeuwen op een plein, omdat we allemaal beter wisten welke kant we op moesten.

Nou keken we tijdens dit offensief een hele oude Hitchcock film. Altijd fijn. Heel opvallend was, dat de vrouw in deze film regelmatig flauwviel. Van het een op het andere moment. En natuurlijk steeds heel stijlvol. Zodanig, dat ze prachtig midden in haar avondjurk lag. En op het moment dat ze het echt niet meer trok, kwam de dokter en kreeg ze een spuitje, waardoor ze heerlijk twee dagen kon slapen. Dat deed haar goed, dat zag je meteen, omdat ze oogverblindend wakker werd.

Dus vraag ik mij af wat er is gebeurd met het flauwvallen van de dames? Ondanks dat ik het natuurlijk heel goed kan allemaal, zou het toch soms heerlijk zijn om eens even lekker flauw te vallen. Wel eerst even oefenen natuurlijk en goed kijken waar en wanneer je het doet. Het moet er natuurlijk wel een beetje mooi en vooral ook dramatisch uitzien. Met mensen in de buurt natuurlijk, zodat je veel aandacht en medeleven krijgt en het probleem daarna meteen is opgelost.

Het lijkt me vooral op het werk zo lekker. Als je het allemaal even niet meer trekt of gewoon als de vergadering oersaai is, lekker even mooi flauwvallen. Breekt zo lekker de week. De vrouw in de film werkte niet. Leefde van de toelage van haar ouders, vulde haar dagen met het schikken van de bloemen, paardrijden en voor iedere maaltijd het wisselen van jurk.

Ik denk dat de kunst van het dramatisch flauwvallen van de aardbodem is verdwenen toen vrouwen zelfstandig werden. Ik pleit bij deze voor het opnieuw omarmen van deze kunst. Ik zie mogelijkheden. Er is vast nog geen dag van het flauwvallen. Ik kan alles zelf en dat heb ik er tot vervelens toe bij mijn dochters ingestampt. En dat is prima. Dat laten we zo. Alleen zo af en toe dramatisch flauwvallen. Lijkt me heerlijk! Ik ga vast oefenen!

Sandalen

Er is bijna niets zo lekker als mensen begluren tijdens de vakantie. Zo hebben wij al een paar keer het enige Nederlandse gezin hier gespot. Vader, moeder en 2 bijna volwassen dochters. De vader doet duidelijk extra leuk, waarschijnlijk ter compensatie van zijn schaarse aanwezigheid thuis gedurende de rest van het jaar. Wegens werk, golf of bezigheden elders. En de moeder? De moeder is gewoon moe. Doodmoe!

Dan zijn daar uiteraard nog de Grieken. Opvallend is, dat de Griekse man van middelbare leeftijd best leuk opdroogt. Met die typisch Griekse baard. De vrouwen daarentegen vallen onder het kat in de zak principe. Ooit waren ze bloedmooi, hebben die Griekse Adonis of Kostas aan de haak geslagen en hebben alles toen compleet losgelaten. Nou is dat principe niet persé Grieks, ga maar eens gluren op een gemiddeld  Nederlands schoolplein!

Ik weet zeker dat iedereen dit doet, dus worden wij vast ook begluurd. Waarschijnlijk denken ze dan: “wie is die rare vrouw met die man met sandalen?’ Sandalen? Ja, hij heeft sandalen! En deze zijn al zo oud, dat ik vermoed dat ze ooit van Jezus zelf zijn geweest!

Op onze tweede date had hij ze aan. Hij had me er wel voor gewaarschuwd. Hij begreep ook wel dat ik niet echt het type was dat op sandalen zou vallen. Maar ik was verliefd en dacht, wat kunnen mij die sandalen schelen.

Toen zijn onderbuurvrouw (inmiddels mijn Limburgse bestie) hier lucht van kreeg, heeft ze hem linea recta naar de schoenenwinkel gestuurd. En geloof me als zij dat op z’n Limburgs tegen je zegt dan doe je dat! Vooraf had ze de winkel gebeld en de verkoopster opgedragen, dat ze ervoor moesten zorgen dat hij met normale schoenen de winkel zou verlaten.

Het hele jaar zie ik ze gelukkig niet. Hij is altijd alles kwijt behalve de sandalen. Dus gaan ze ieder jaar trouw mee op vakantie. Ik heb al teenslippers voor hem gekocht. Van het hippe soort: onvervalste Havaianas. Die draagt hij netjes naar het zwembad. Maar zodra hij de kans krijgt pakt hij de sandalen. Er is weleens geopperd om ze stiekem uit de koffer te halen, net voor vertrek. Of desnoods gewoon bij het grof vuil te zetten. Maar dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Hij wordt er namelijk zo gelukkig van. Zegt dan altijd: “Kan toch best?’

Als je mij drie-en-een-half jaar geleden had gezegd dat ik mijn dagen zou slijten met een man met sandalen, had ik je keihard uitgelachen. En nu? Nu kijk ik hem aan, glimlach veelbetekenend en zeg: “Ja hoor schat, kan prima.” Ik denk dat dit liefde is.

Een wifi

Een paar weken geleden belde de moedert me enigszins in paniek op. Ze had een doos gekregen van “Zikko”. In die doos zat volgens haar een wifi. “Wat is dat nou eigenlijk precies een wifi?” En of ze met een wifi dan ook haar boodschappen kon bestellen?

Jaren terug hebben wij getracht haar digitaal te maken. De leukste, toen nog een jaar of negen, heeft haar met engelengeduld geprobeerd uit te leggen hoe sms’en werkt. Dat is niet gelukt en toen hebben wij het maar opgegeven.

Ik chatte met “Zikko” en het bleek niet om een wifi te gaan, maar om haar nieuwe telefoonaansluiting. En bellen kan ze als de beste. Het liefst elke dag. Ze gebruikt nog een radiobode om te weten wat er op televisie is. Meestal is er niets en dat is dan fijn. Daar kun je dan lekker over klagen.

Wij kunnen niet zonder wifi, internet, social media en Netflix. Alhoewel? Op dit moment bevind ik mij op een niet toeristisch Grieks eiland. Hier wordt de gemiddelde bewoner 90 jaar of ouder. En ik snap wel hoe dat kan: er is hier geen stress en weinig wifi.

Het eerste dat ik deed toen ik in het hotel aankwam (en ik weet zeker dat iedere rechtgeaarde toerist hetzelfde doet) is vragen naar de wificode. Zeker omdat ik al had gemerkt dat mijn internet niet geweldig werkt hier tussen bergen, golven en geiten. Echter de wifi is hier niet optimaal. Zeg maar kut. Soms werkt het prima, soms totaal niet. Dan moet je in de lobby gaan zitten om je selfies met de rest van de wereld te delen.

Een vriend van me (waar ik dagelijks mee app omdat we altijd op hilarische wijze ons leven en dat van anderen beschouwen) zei: “Doe jezelf een lol, ga dat dorp in en besteed tien minuten van je leven aan het kopen van een Griekse simkaart. 4G en je bent van alles af!” Hij had een punt. Maar ik zei hem: “Je gaat me natuurlijk keihard uitlachen en zeggen dat ik op je moeder lijk, maar ik vind het wel lekker zo, in het kader van vakantie.”

Het heeft wel wat. Als ik ’s morgens wakker word en ik heb geen berichten, dan weet ik dat het ligt aan de wifi en niet aan mijn populariteit. Pas in de ontbijtzaal komt alles binnen. Alle berichten tijdens de koffie, de Griekse yoghurt en het fruit. En dat is fijn. Tijdens het ontbijt zijn de verkering en ik toch niet zo spraakzaam.

Dus eigenlijk is de moedert zo gek nog niet. Doof wel maar dat is een ander verhaal! Ze is al oud en ik verwacht dat ze ook wel 90 jaar of ouder wordt. Misschien komt dat wel omdat ze haar leven slijt zonder een wifi. Het bevalt me wel zo voor een week of twee. Maar als ik straks thuiskom en de wifi ligt er onverhoopt uit, bel ik natuurlijk meteen met “Zikko”.

Vlieg met me mee

Een paar jaar geleden had ik mij voorgenomen nooit aan de overgang mee te gaan doen. Het leek mij een hoop gezeur van klagende vrouwen en bovendien was ik daar toch echt te mooi voor.

Nu ben ik er natuurlijk achter dat dit alweer iets is dat je overkomt en waar je niets tegen in te brengen hebt. Dus heb ik ze ook: de opvliegers. En ik kan je melden het is een drama! Nou kan ik er op zich wel mee leven als het gedurende de dag gebeurt, dan maar een rood hoofd en een zweetsnor. Maar ’s nachts! Kom niet aan mijn nachtrust. Punt.

Een paar keer per nacht word ik wakker, naar adem happend, badend in het zweet en natuurlijk moet ik dan ook wederom plassen. Ik haat dit. Dus heb ik midden in zo’n nacht Tante Google geraadpleegd. Voor hulp, drugs, medicijnen, verlossing, iets? Nou ben ik erachter dat er aardig wat informatie bestaat met tips voor de overgang. Ook kun je testen of je in de overgang bent. Nou lijkt me dat vrij overbodig als je midden in de nacht zwetend wakker ligt. Alleen de geboden tips hebben een nogal hoog mueslijurken gehalte. Zoals daar zijn: ga wandelen, drink water, ontspan, draag laagjes en drink geen wijn! Mijn tip hierbij zou dan nog zijn: neem een kort pittig kapsel en stop met leven. Er is nog een andere optie: je kunt hormonen gaan slikken, maar die verhogen de kans op trombose, borstkanker of een beroerte. Wat een fijne keuze.

Na een jaar of dertig van maandelijks bloeden met bijbehorende PMS, zwangerschappen, bevallingen en tepelkloven lijkt het me wel een keer mooi geweest. Het enige waar het andere geslacht last van zou kunnen hebben is een erectieprobleem. Ziehier! Daar is gewoon wél een pil voor, Viagra. Bijwerkingen? Praktisch geen. Wat de man van middelbare leeftijd dan nog rest is op zoek naar een jonger exemplaar, want die naast hem, ligt te zweten en vaginaal uit te drogen.

Ik blijf me daar over verbazen. Hoe kan het toch dat het andere geslacht er altijd zo makkelijk vanaf komt en als er al een probleempje is, dan is daar wel gewoon een pilletje voor? Moet ik dan ook de Elfstedentocht gaan zwemmen, om geld in te zamelen voor onderzoek naar de overgang of blijven we gewoon middeleeuws vinden dat het er allemaal bij hoort?

Vriendschap 2.0

Meteen vonden we elkaar weer in onze wederzijdse overgangsklachten. Ik had haar ruim 15 jaar niet gezien. Nee, er was niets gebeurd tussen ons. Ja, het leven dat was gebeurd. Zij vertrok uit de stad en dat was nog voor het email-, social media- en WhatsApp-tijdperk.  Aangezien wij beiden geen bellers waren, verwaterde het tussen ons zoals dat heet. Wel deden we nog een aantal jaren de Kerstkaart, maar dat werd ineens old skool en not done.

Soms vroeg ik me af: “Hoe zou het toch met haar zijn?”, maar nooit lang genoeg om daar echt werk van de maken. En toen kwamen we elkaar plots tegen, midden in de stad, op de fiets. Dat moest echt zo zijn. We hebben wat afgefietst vroeger door de stad. Dat vonden we toen namelijk nogal trendy. Nog steeds eigenlijk, maar nu hielden we dat voor ons. Het had wel wat voeten in de aarde voordat er uiteindelijk een datum gevonden werd die ons beiden schikte. Nog steeds druk met leven.

Hoe praat je ruim 15 jaar bij in één koffiedate? Dat deden we in de wat mij betreft enige juiste volgorde: het leven in het algemeen, de liefde, een uitgebreide beschrijving van onze kinderen, werk en andere ongemakken. En natuurlijk haalden we nog wat goede oude koeien uit de welbekende sloot.

Onze vriendschap begon in de jaren 80. Toen werd je nog gewoon vrienden zonder vriendschapsverzoek en noemde je elkaar zeker niet “mijn dinnetje”. Geen idee trouwens wie die vreselijke term bedacht heeft en wanneer. Als je elkaar wilde zien, moest je eerst bellen en hopen dat die ander ook te laat was als jij op het laatste moment aan kwam kakken.  Bellen en vragen: “Waar ben je?” was toen nog geen optie. Daar waar je nu, terwijl je op het toilet zit, met elkaar kunt appen, herinnerde zij mij eraan dat ik altijd met de toiletdeur open ging plassen, zodat we gewoon verder konden lullen. Wij hebben geen 100.000 selfies van elkaar, dus maakten wij tijdens de koffiedate onze allereerste selfie ooit!  Thuis gekomen ging ik meteen in oude fotoboeken op zoek naar een foto van ons van toen.

Ze zeggen dat je leven als een film aan je voorbijtrekt vlak voordat je sterft. Nou ik kan je verzekeren, bijpraten met een lang uit het oog verloren vriendin heeft hetzelfde effect. Goede films hebben wij beiden gemaakt. Nooit saai en vol met avonturen. We gaan nu voor deel 2.

Iets met Bach

Voor iemand die nooit in een kerk kwam, kom ik er de laatste tijd opvallend vaak. Bij mij thuis deden we niet aan God, behalve vloeken, dat mocht wel. Mijn vader kwam uit een streng gereformeerd gezin en was daar zo klaar mee, dat iedere vorm van geloof uit ons huis werd verbannen. Zelfs mijn lievelingsserie kijken mocht ik niet. “Het kleine huis op de prairie”, dat was van de EO en die was verboden. Ik ging uiteraard naar een openbare school en de godsdienstles volgen was niet nodig. Kerken waren helemaal uit den boze, ook niet voor culturele bedoelingen tijdens de vakantie. De laatste 3 jaar heb ik een kerk nog nooit zo vaak van binnen gezien. Dat is de schuld van de verkering: die moet daar nog wel eens zingen. Meestal iets met Bach en ik moet zeggen: dat doet ie leuk!

Voor iemand die alle nummers van Bowie uit haar hoofd kent en nog nooit een aria van Bach had gehoord ben ik ineens bijna een expert. Ik weet wat een dissonant is en ken tenminste één van de zes motetten. Ik heb de Mattheüs gezien en heb nu zelfs een lievelingsaria! Die gewoon in mijn playlist staat op Spotify, tussen al die nummers van Bowie. En nee, dat is niet die ene die iedereen noemt, maar die andere. Voor een ieder die over een jaar of 30 op mijn begrafenis komt: ik zorg dat die gedraaid wordt na Heroes.

Voor iemand die Kooren van haar achternaam heet en altijd arrogant dacht dat als het over koren ging, ze mij bedoelden. Heb ik inmiddels wel begrepen, dat het zingen in een koor en vooral ook het dirigeren ervan, een kunstvorm op zich is en helemaal niets met mijn achternaam te maken heeft.

Voor iemand die een jaar of drie geleden tot muze werd benoemd, draag ik deze benoeming waardig. Ik zit tegenwoordig in volle aanbidding en adoratie vooraan in de kerk als de verkering een aardig moppie staat te zingen. Ik glimlach lieftallig als er een term valt die ik niet begrijp en google dit later stiekem op het toilet. Daarbij doe ik natuurlijk iedere keer iets leuks aan, waar de aanwezige alten niet van terug hebben. Dus vraag ik mij inmiddels af of er ook een concours is voor mensen zoals ik, die niets met kerken en Bach hadden, maar dat nu best wel leuk doen.

Meneer Hooikoorts

Sinds ik een jaar of 13 ben heb ik een relatie met meneer Hooikoorts en dat is zeker niet tot wederzijds genoegen. Hij was er ineens, zonder aankondiging, zonder verleiding of openingszinnen vooraf of andere versiertrucs. Dit was duidelijk voor het #metoo tijdperk, anders had hij hier nooit zomaar mee weggekomen.

En ik weet ook wel dat er veel ernstigere relaties zijn met kwalen en ziektes, maar ik ben zo klaar met meneer Hooikoorts! Hij heeft de irritante eigenschap om meteen ’s morgens van zijn aanwezigheid te doen spreken. Het zorgt ervoor dat ik niet veel kan zeggen omdat hij me naar adem laat happen. Bovendien houdt hij me ’s nachts wakker, zwetend. Hij heeft een duidelijk antipathie tegen mascara. Zodra ik deze aanbreng zorgt hij ervoor dat mijn ogen zo erg gaan tranen, dat ik eruit zie als Alice Cooper in zijn hoogtijdagen.

Op een terras zitten met hem is ook al geen pretje. Al las ik laatst ergens dat Gin Tonic hem zou verjagen, maar nee! Hoewel het heerlijk smaakte, bleef hij gewoon hardnekkig aanwezig. Mooie marketing truc, waar ik natuurlijk een makkelijke prooi voor ben.

Het allerergste is, dat meneer Hooikoorts niet monogaam is. Als ik zo eens om mij heen vraag, zijn er velen die een relatie met hem hebben.

Hij laat zich niet wegjagen! Ik denk dat hij alle farmaceuten en het Kruidvat heeft omgekocht, zodat alle pillen, die beloven dat je zonder meneer Hooikoorts door het leven kan gaan, totaal niet helpen. Sterker nog, ze maken je duf, zodat je vergeet de volgende pil in te nemen en meneer helemaal vrij spel heeft! Een dagje strand wil nog weleens helpen, maar zodra je thuis bent hangt hij alweer op de bank.

Tot een goed gesprek komt het nooit.  Midden in een discussie bezorgt hij mij een vreselijk niesbui.

Al jaren probeer ik een einde te maken aan deze relatie. Meneer blijft terugkomen. Hoe hard ik hem ook probeer te negeren. Ik snap natuurlijk wel dat ik onweerstaanbaar voor hem ben! Er is niemand die er zo mooi uitziet met doorlopen ogen. En buiten dat, ik nies extreem verleidelijk.

Gelukkig is er één lichtpuntje in deze relatie, hij duurt maar een paar maanden per jaar. Eind juni is hij altijd van de één op de andere dag vertrokken. Deze player is dan uitgespeeld en pakt zijn koffers, om ergens in maart totaal ongewenst en onaangekondigd weer voor mijn deur te staan.

Ik heb het al meerdere malen geprobeerd het met hem uit te maken, maar hij luistert niet!  Dus tel ik maar weer, met tranen in mijn ogen, de dagen tot zijn tijdelijk vertrek.

De Gaybar

Laten we even alle vooroordelen op een rijtje zetten: ze wilde nooit een jurk aan, speelde het liefst met jongens, was altijd buiten met een voetbal en daar waar haar zus alleen maar een prinsessenjurk aan wilde, ging zij het liefst als piraat. Ik heb het over de leukste, mijn jongste kind.

Dus toen ze uit de kast kwam, was ik niet echt verbaasd en dacht ik zeker niet aan bidden voor genezing, maar zag mezelf al in onze eigen Modern Family serie schitteren.

Omdat ik natuurlijk ging opscheppen over mijn wilde jaren en dat ik altijd ging dansen in Gay Palace, vanwege goede muziek en het ontbreken van kwijlende mannen, die vroegen of ze je niet ergens van kende. Vroeg ze me of ik meeging naar de Gaybar. Ik zei natuurlijk meteen ja. En had ik ook meteen spijt. “Ze zien me aankomen”, dacht ik. “Daar ben ik toch veel te oud voor”, dacht ik.

Maar goed, beloofd is beloofd. Ik was nog niet binnen of ik werd al uitgebreid en tot in details geprezen voor mijn outfit door een man van mijn leeftijd. Allemaal gemeend en zonder enige bijbedoeling, hij was daar tenslotte met zijn vriend. Heerlijke binnenkomer. Ik was er helemaal niet te oud voor en ze zagen me zeker aankomen, maar dan op de goede manier.

Natuurlijk was er gin tonic en hele goede gesprekken aan de bar. En zoals de ongeschreven wet luidt: wat wordt besproken in de gaybar, blijft in de gaybar. Uit de speakers klonk natuurlijk de voor de hand liggende songfestival muziek, die iedereen uit volle borst meezong. Het werd een topavond!

Ik had voor één avond vele nieuwe vrienden voor het leven en nam mij voor elk weekend te gaan. Echter, de fikse hoofdpijn de dag erna deed me beseffen dat ik daar dan toch echt te oud voor ben.

Tijdens de avond keek ik regelmatig wat de leukste uitvoerde. Mijn normaal gesproken ietwat verlegen meisje was met iedereen in gesprek, deed dansjes en was hier volledig op haar gemak. Op deze plek was iedereen vooral zichzelf en zij straalde als een regenboog op een mooie lentedag. Bovendien zorgde ze ook nog dat haar ietwat beschonken moedert keurig in een Uber belandde. Niet voordat ze iedereen gedag had gezegd uiteraard.

Ik gun iedere ouder een dochter die je meeneemt naar de gaybar. Welke ouder kan daar in godsnaam moeilijk over doen?

Rotterdamse directheid

Hippe trendsetter die ik ben, ging ik van de week met de Turk even een podcast opnemen. Dat wil zeggen,  hij onderzoekt iets voor zijn afstuderen en zei iets in de trant van: ‘Das leuk mother!’. En dan ben ik meteen om.

De podcast zou gaan over ons favoriete gespreksonderwerp: cultuurverschillen. En dan kom je natuurlijk al vrij snel bij dat, waar alle buitenlandse studenten in eerste instantie door worden afgeschrikt: Dutch Directness. Ik wist dat niet. Dacht dat het een vrij internationaal begrip was? Als iets je niet bevalt dan zeg je dat. Of zeg je het in bedekte termen. Is iemand naar de kapper geweest en het zit een beetje raar en je wil diegene niet kwetsen zeg je: ‘Apart’. Is de persoon in kwestie een goede vriend van je zeg je: ‘Is je kapper dood?’ of ‘Wanneer gaat hij verder?’ Je gaat er in ieder geval niet over liegen. Nooit geweten dat dit voor sommigen als vrij schokkend wordt ervaren.

Nou wil het geval dat ik mij tegenwoordig regelmatig buiten de stadsgrenzen van mijn stad begeef en zo ben ik er achter gekomen, dat ‘daarbuiten’ de Rotterdammers bekend staan als nogal direct. Ook nooit geweten. Mijn moeder heeft mij altijd geleerd: ‘Zeg wat je denkt, anders gaat het jeuken van binnen!’ En zo is het ook. Het is natuurlijk niet zo dat ik ongecontroleerd mensen aan het beledigen ben, maar ik ga er ook niet omheen draaien. Daar wordt niemand beter van, tenminste dat denk ik dan.

En dit alles is dus vrij Rotterdams heb ik mij laten vertellen. Pas hoorde ik waar dat mogelijk  vandaan komt. Wij hebben gewoon geen tijd voor oeverloos gelul. Na de oorlog moesten we een stad opbouwen of in de haven werken. Als je wat te zeiken had, kon je dat beter maar meteen kenbaar maken. Daarna je muil houden en je mouwen oprollen. Niet lullen maar poetsen dus. Ik hou ervan. Duidelijkheid.

Dus vraag ik me af of ik nu een beetje moet dimmen. Ik wil die arme studentenkinderen niet meteen afschrikken. Aan de andere kant is dit, naar mijn immer bescheiden mening,  cultuurtechnisch misschien wel onze beste eigenschap en kun je niet vroeg genoeg beginnen deze te omarmen. Dat is dan ook mijn missie. Rotterdamse directheid verspreiden over de wereld!

Daar gaat dus de podcast over. En over tulpen natuurlijk. Of het een beetje gelukt is? Geen idee. Het was gezellig en er was wijn. En vooral: er was duidelijkheid!

Voor zover: missie geslaagd!

Links

Ik kom uit een links nest. Bij ons thuis was Den Uyl de held, vonden we de Yank een groter gevaar dan de Rus en waren er altijd discussies aan de eettafel. Ik schaamde me weleens als er vriendinnen kwamen eten en het ging weer daarover. Zag liever dat ze, zoals bij hun thuis, het gewoon over het onstuimige weer hadden gehad in plaats van over het politiek klimaat.

Toen ik eenmaal stemrecht had, was het vrij logisch om op de PSP te stemmen. Het waren de jaren 80. De bom kon elk moment vallen, kerncentrales moesten dicht en oorlogen bestonden slechts om de wapenindustrie in stand te houden. Pascifisme dus. We voelden ons wereldverbeteraars, de nieuwe hippies. We waren punk en new wave, keken Koot en Bie en heel veel VPRO.

Even ging het bij mij de andere kant op. De politiek werd steeds meer een ver van mijn bed show, niet inspirerend en veel te veel een witte boorden ding. Dus liet ik mij één keer verleiden door de blauwe ogen van Pim. Daar had ik binnen een maand al enorm spijt van en stemde de keer erna extra links.

En ging weer vrolijk verder met links zijn. Ik kijk het liefst DWDD of iets anders op NPO, lees de Volkskrant en luister Spijkers met koppen en voel me daar al jaren heel goed bij. Maar nu ineens lijkt er iets veranderd. Al die dingen die ik doe en vind, blijken verkeerd te zijn. Alles is ineens de schuld van links. Heerlijk weer in februari, dus waar hebben we het over?

Dus ben ik ineens in verwarring. Is alles wat ik lees en kijk dan juist het fake news? Ben ik geïndoctrineerd? Heb ik mij teveel laat inspireren door mijn shag rokende leraar Nederlands? Heb ik mij laten verleiden door de klimaatspijbelaars? Moet mijn gaskraan niet dicht maar juist open? Ik heb daar eens goed over nagedacht maar weet toch echt zeker dat ik het bij het rechte linkse eind heb.

En eigenlijk is het ook weleens lekker om overal de schuld van te krijgen. Jarenlang was het allemaal de schuld van de moslims en het werd een keer tijd dat iemand die last met ze wilden delen. Al jaren zijn een paar van mijn beste vriendinnen van niet westerse allochtone afkomst en dit geheel tot wederzijds genoegen.

Ik kijk nu al weer uit naar de eerstvolgende Iftar, maak ik Hachee en zij Couscous en zullen we deze schuldvraag eens uitgebreid bespreken bij het vallen van de avond.